Bloedsuikerspiegel – houd het stabiel!

Door overmatig suikergebruik, slechte eetgewoonten, weinig beweging en langdurige stress kan de bloedsuikerspiegel verstoord worden. Dit kan een lichte verstoring zijn maar ook zo ernstig dat het leidt tot diabetes type 2 (ouderdomsdiabetes). De bekende after/lunchdip, overmatig geeuwen, duizeligheid, hoofdpijn en zin in zoet zijn vaak (de eerste) tekenen van een verstoorde bloedsuikerspiegel. Maar wat is nu de bloedsuikerspiegel en waarom is het zo belangrijk deze stabiel te houden?

Glucose?

In het bloed komt suiker altijd voor in de vorm van glucose, daarom wordt bloedsuiker ook wel bloedglucose genoemd. Glucose is afkomstig uit alle voeding met snelle koolhydraten, zoals suiker, zoete producten met suiker, vruchten, melk, rijst, pasta en aardappelen. Deze koolhydraten worden in de darmen gesplitst en in het bloed opgenomen als glucose en verhogen zo het bloedglucosegehalte. Deze glucose wordt dan weer opgenomen door onze cellen, waardoor wij het kunnen verbranden. Het opgeslagen glucose in onze spieren noemen we glycogeen.

Insuline?

Insuline is een natuurlijk hormoon dat gemaakt wordt in de alvleesklier. Wanneer de alvleesklier merkt dat er extra suikers in het bloed komen, wordt er extra insuline aangemaakt. De alvleesklier reguleert dus de hoeveelheid insuline en daarmee de hoeveelheid glucose in het bloed. Wanneer er meer glucose bij de cellen terecht komt dan nodig is voor verbranding kijkt het lichaam of er in de spieren en in de lever nog voldoende voorraad aan suiker is. Als daar nog voorraad is, wordt het overtollige suiker omgezet en opgeslagen als vet. Insuline is ook één van de stofjes die ervoor zorgt dat de eetlust geremd wordt. Overmatig en langdurig gebruik van snelle koolhydraten kan er voor zorgen dat we insulineresistent worden. De suiker wordt opgeslagen als vet. Dit vet zie je vooral rond je middel, maar gaat ook om de organen zitten.

Insulineresistentie kan de veroorzaker zijn van nog meer klachten: schildklierproblemen, overgewicht, een verhoogd cortisolgehalte, uitputting van de alvleesklier, daling van je melatonine etc.

Een te lage of te hoge bloedsuikerspiegel?

Een te lage bloedsuikerspiegel kan ontstaan door niet genoeg te eten, veel lichaamsbeweging of overmatig gebruik van alcohol. Enkele symptomen zijn: honger, duizeligheid, verwardheid, beven, zweten en een wisselend humeur. Een te hoge bloedsuikerspiegel wordt meestal veroorzaakt door het gebruik van teveel suiker of koolhydraten, stress, weinig lichaamsbeweging of ziektes met diarree, koorts of braken. Veelal zie je dan klachten als moeheid, dorst, jeuk en veel plassen.

Door het overmatig gebruik van `snelle suikers` kun je steeds opnieuw naar suikers snakken. Na het eten van snelle koolhydraten krijg je eerst een stoot energie (dat voelt lekker – een Mars geeft je direct energie), maar daarna zal je bloedsuiker snel dalen. Je bent moe en hebt een sterke behoefte aan zoet. Je lichaam smeekt als het ware om suikers om zo je bloedsuikerspiegel weer op peil te krijgen. Die roep om suikers moet je dan ook nog eens kunnen weerstaan. Lukt je dat niet en eet je opnieuw snelle suikers, dan kom je in een vicieuze cirkel.

Een stabiele bloedsuikerspiegel?

Een stabiele bloedsuikerspiegel voorkomt dat je steeds trek hebt (met name in zoete dingen), het zorgt voor een betere afweer tegen ziektes, het voorkomt hormonale problemen bij vrouwen, het voorkomt moeheid en energiedips en overgewicht.

Wil je ook een stabiele bloedsuikerspiegel? Een simpele regel: vermijd de bewerkte of geraffineerde koolhydraten van drankjes, vruchtensappen, wit brood, witte pasta, gebak, koek, snoep etc. Met een eetpatroon bestaande uit volwaardige koolhydraten (groenten, zaden en peulvruchten), gezonde vetten en eiwitten ben je goed op weg.

 

Adrie Roetert
Adrie Roetert
Artikelen: 80