Meloenen zijn weer volop verkrijgbaar, in allerlei soorten en maten.
Heerlijk in een vruchtensalade, gewoon een lekker stuk weghappen of lekker klassiek met rauwe ham bij de maaltijd.
Er bestaan wel 70 soorten meloen. De meest bekende bij ons zijn wel de Galia meloen, honingmeloen, watermeloen en Cantaloupe. Oorspronkelijk komt de meloen uit Midden-Azië. Al in de tijd van de Grieken en Romeinen was het een geliefde groente.
Als lid van de komkommerfamilie behoort meloen namelijk officieel tot de (vrucht)groente, net als courgette en pompoen.
Je zou het misschien niet denken, maar meloenen zitten boordevol vezels. En deze vezels zijn belangrijk voor een goede stoelgang. Ook bevatten ze de vitamines A, B1, B2, B6, B11, B12 en een grote hoeveelheid vitamine C . En als je dan lekker smult, dan krijg je ook nog eens de mineralen calcium, natrium, fosfor, magnesium, koper en zink binnen.
De watermeloen is de dorstlesser onder de meloenen. Hij bestaat voor ongeveer 95 procent uit water.
Meloenen zijn zoet en sappig, ze verhogen de weerstand, ze herstellen de spieren, ze werken verfrissend en maken je vitaal!
Een goede reden dus om er deze zomer naar hartenlust mee te experimenteren.
